Op de boot

Dinsdagochtend om klokslag 7 aan het ontbijt, voor die tijd hebben we de koffers opnieuw ingedeeld en een aparte tas voor de boot gemaakt. Tijdens het beladen van de motoren bleken we niet de enige vroege vogels te zijn. Om 8.00 uur op de weg naar de boot, in de haven werden wij door verkeersregelaars op een grote parkeerplaats neergezet. Dit bleek de verzamelplek voor iedereen die naar IJsland zou gaan. Een gezellige karavaan van landrovers en off road motoren.                        

Precies om 9.00 uur gingen de poorten tot de toegang van de boot open. Alle motoren moesten voor in de boot plaatsnemen. Hier moest ieder voor zich met een paar spanbanden de boel vastsjorren. Het was nog al een gedoe omdat zij teveel motoren hadden geboekt en iedereen een superklein plekje kreeg en je niet tussen de motoren kon staan.

Vervolgens onze spullen in de huid geplaatst en gewone kleren aangedaan, op naar een dikke 2 dagen varen. De maaltijden zijn goed verzorgd en het uitzicht eentonig, zee, zee en nog eens zee. Na uren varen even zicht op land, van de Shetland eilanden maar deze lieten we snel achterons. Wederom zee, zee en zee! Gedurende de gehele reis lustig op de 5 meter hoge golven, een vreemd gevoel voor landrotten zoals wij.

Woensdagmiddag eindelijk een havenvan de Faröer eilanden. Iedereen stond dan ook met fototoestel in de storm op het voordek. Hier ontdekte wij dat wij behoorlijk noordelijk zaten (het was steenkoud!) Na ongeveer een uur verliet de boot de haven, kiezend het ruime sop, richting IJsland. We hopen donderdagochtend omstreeks 08.30 uur aan te komen in de haven van Seydisfjördur.

Dinsdag 5,1 km gereden, woensdag o km gereden.