Bayanzag

7 augustus 2018 - Ulaanbaatar, Mongolië

Na, hard, maar lekker geslapen te hebben vervolgden wij onze route verder door de Gobi woestijn. Zand, zand en nog eens zand.

Zoals alle dagen was ook deze route mooi en bijzonder. Ik merk dat ik in herhaling ga vallen. Mongolië heeft een uitzonderlijke natuur dat ieder dag opnieuw opvalt en anders is.

De route verliep dus eigenlijk normaal ondertussen. Tegen 12.00 uur riep Prem al vrolijk dat er zo geluncht ging worden in een Mini dorp. En ja, dit was een mini dorp, autenthieke bewoners liepen door de zand straten en deden gewoon hun ding. Eigenlijk niet zo veel dus.

Op het dorpsplein stopte Prem bij een tentje dat er echt niet uitzag. Lekker eten riep hij naar achteren. Het tentje zat vol met Mongolen die ons vriendelijk aankeken. Prem bestelde het eten. Geit voor hemzelf en vegetarisch voor mij. Eveline sloeg even over omdat haar buik aan het rommelen was. Zij dus aan de Diarreeremmers.

Ondanks dat de tent er verschrikkelijk uitzag was het eten best te doen. Na de lunch nog even verder door de bergen.

Rond 15.00 uur bereikten wij het hoogtepunt “ de vurige tongen”. Door de eeuwen heen had ook hier de regen een prachtig toneel neergelegd van rood/oranje steen en zand.

Na een uurtje op de berg te hebben rondgelopen vonden wij het genoeg. Op naar de slaap gelegenheid.

Ditmaal werd het weer een nomadisch gezin dat voor ons ging zorgen.

Bij het betreden van de Ger zagen wij zes beden. Toch geen gasten hè vanavond vroegen wij. Maar nee. De tent was voor ons twee.

Bij het zitten op het bed keken wij elkaar weer geschokt aan. Geen matras maar een houten plank met dekentje. Onze slaapzak moest de rest doen.

De Mongoolse gastvrouw zag de schrik en vroeg of alles goed was. Na uitleg dat een plank geen bed was begon zij alle bedden af te halen en de dekentjes op twee bedden neer te leggen. Zo, dat moest volgens haar goed zijn.

Wij hadden onze twijfels.

Omdat het zo mooi weer was stelden wij twee stoeltjes richting woestijn. Heerlijk in alle rust zaten wij in het zonnetje. Na een uurtje kwam er een zogenaamd toeristenbusje het kamp oprijden recht voor ons. Op het dak had hij de voorbumper en koeienvanger vastgebonden en de voorzijde van het busje was behoorlijk beschadigd.

Het stopte naast onze Ger en een verhit jong stel Nederlanders stoof het busje uit. Gered. Wat bleek, onderweg had de chauffeur even schokbrekers verwisseld maar vergeten een voorwiel goed vast te zetten. Dat gaat niet goed dus. Het wiel haalde hen in volle snelheid op een zandpad in en het busje klapte op de grond.

Het stel, een militaire fysiotherapeut en zij een basis arts kwamen even stoom afblazen. Onder een warm/lauw biertje hebben wij met hen een leuke middag doorgebracht.

Het avond eten werd bereid door moeder en dochter Mongool. Eerst werd de afwas in een bakje water gedaan en vervolgens in dat water de Geit gekookt. Wij namen alleen wat reist en groente en twijfelden bij ieder hap om verder te gaan of niet.

Het Mongoolse gezin was ontzettend vriendelijk maar de maaltijd hebben wij niet geheel opgegeten.

Rond 20.00 uur wilde Prem ons nog even de zonsondergang laten zien op de vurige tongen. Hup de auto in en hobbelend naar de tongen.

Geweldig. De tongen waren nu donker oranje tot rood. Even later zakte de zon vel rood onder de horizon. Een mooi schouwspel.

Gelukkig dat de Mongoolse natuur en de vriendelijkheid zo overweldigend waren. Het slapen was dat zeker niet.

De nacht was erg. Op de houten plank was slapen bijna niet te doen.

Gelukkig stonden wij iets te vroeg op met prachtig weer, klaar voor de nieuwe dag.

Foto’s

1 Reactie

  1. Sjouk:
    11 augustus 2018
    Hoi Eveline en Jurrre. Zo maak je nog eens wat mee.....