Op weg naar de Gobi Woestijn

3 augustus 2018 - Ulaanbaatar, Mongolië

Voor het J-hotel stond de zwarte Toyota Landcruiser al te wachten.

Bagage er in en even kennis gemaakt met de chauffeur. Gezien zijn moeilijke naam noemde Eveline hem meteen Prem.

Prem legde uit dat wij eerst naar de supermarkt gingen in Ulan Bataar om water en wc papier in te slaan. Verbazend wat er allemaal in de supermarkt aan producten te koop waren. Bijna Albert Heyn.

Voor de deur stonden tientallen busjes en jeeps met toeristen die daar met hetzelfde doel waren. Namelijk, inslaan voor de Gobi Woestijn.

Eenmaal de grote stad, waar de helft van alle Mongolen wonen, te hebben verlaten reden we via een mooie asfalt weg een groen landschap binnen. Uitgestrekte groene velden met kuddes koeien en paarden.  Per kilometer werd het stiller en stiller. Rond 13.00 uur arriveerden wij bij en klein dorpje. Prem riep enthousiast “lunchtime” . Tijdens het eten in een klein lokaal restaurantje merkten wij dat onze Prem niet zo goed Engels sprak. Zeg maar amper Engels sprak. Maar hij was vrolijk en behulpzaam en regelde meteen alles.

Als lunch werd een heerlijke schapensoep geserveerd. Ik kreeg, omdat ik direct aangegeven had geen schaap en geit te eten, een maaltijd met rundvlees. Het is in Mongolië normaal om twee tot drie keer per dag warm te eten. Eten met veel vlees. Vooral schaap en geit waarbij alles gebruikt wordt. Ik werd dus spontaan vegetariër .

Na de lunch reden wij verder het eenzame land in tot de auto stopte bij een oude ruïne . Een oud Boedistische tempel. Leuk maar voor ons was de natuur er omheen vele malen mooier.

Na de ruïne reden we langzaam een rotslandschap binnen. Geweldige kloven en rotsformaties. Het asfalt was al enige tijd verruilt voor zand en grind wegen. Na het beklimmen van een aantal rotsformaties kwamen wij bij het eerste overnachtings kamp aan. Een GER kamp. Dit zou luxer zijn dan de Guesthouses die wij af en toe gaan krijgen.

Onze Ger was netjes met opgemaakte bedden. Er was een toilet en douche. Alleen was er zo beperkt water dat dit niet helemaal functioneerde. Gelukkig ook een soort restaurant met terras waar wij na het diner heerlijk de zonsondergang en duisternis hebben bekeken.

Wat een schitterende uitzichten en absolute rust. 

Tegen de schemer kwam er al ploffend een brommertje aan met twee man er op. Tot onze schrik hing tussen hen een levend schaap over de buddy. De mannen kwamen het schaap verkopen aan het restaurant die hier geen behoefte aan had.

Nadat het volledig duister was en de sterren helder te zien waren was het tijd voor slapen.

De eerste kennismaking met de bedden van Mongolische Gers. Kneppel hard. Op het houten bed lag een matje als matras. Kneppel en kneppel hard. Maar goed wij waren moe.

Foto’s