Route F 26

11 augustus 2015 - Reykjahlíð, IJsland

De gordijnen gingen open en de zon viel naar binnen. Het begin van een mooie dag.

De bepakking van de motoren gehaald en een lunchpakket mee. In de bergen zouden wij de komende uren niets tegenkomen om te eten of drinken.

Wegrijdend bij het hotel richting zuiden kwamen wij na 15 kilometer de gevaren borden weer tegen. "Alleen voor Off-road voertuigen" .

Niet ver daarna kwam de eerste verassing, een waterval om van te genieten. Echter nu zonder enige toerist in de buurt. Dus motoren parkeren en lopen maar. Na een korte wandeling stonden wij recht voor de prachtige waterval. Alleen gebulder  van vallend water was te horen.

Op de plek waar de motoren stonden troffen wij twee driehoekige hutjes aan. En ja dat waren wc's in de wildernis. Dus maar even gebruik van maken nu ze er toch staan.

De weg F26 liep verder de bergen in. Eindeloos omhoog over gravel en steeds meer rotsblokken. Het tempo ging er aardig uit. Deze F 26 zouden wij  72 kilometer volgen om daarna naar de F 881 af te buigen. Deze 72 kilometer waren een uitdaging. Grind ging over in keien en rotsen. Na uren bereikten wij de F 881 en hoopten dat deze beter was.

Echt niet. Nog slechter maar hoefden wij maar 19 kilometer te volgen om naar de F 821 af te slaan. Hopen dat het niet erger werd. Rivieren kruisten de weg en werden een behoorlijke hindernis zo nu en dan.

Gelukkig, de F 821 kwam in zicht. Dit was een weg die door een ander dal terug ging naar Akuyeri (hoofdstad van het Noorden). Moest dus wel een betere weg zijn, dachten wij. Ondertussen liep het benzine verbruik behoorlijk op door het ploegen in de bergen. Een optie om terug te gaan zat er eigenlijk niet meer in. Dus hup de volgende 42 kilometer F 821.

Even leek het inderdaad beter te gaan maar na 7 kilometer werd het grimmig. Rotblokken, mul zand en los grit waren het spoor. Zwaar, zwaarder, maar zwaarst moest echt nog komen.

Op zo'n 32 kilometer van de verharde weg ging het karrenpad met hindernissen enorm stijl naar beneden. Glippend en glijdend probeerden wij de motoren de berg af te krijgen. Wat een drama. Amper te sturen. Stijl naar beden met aan een kant een afgrond , spoelden ook nog diverse grote rivieren over het pad. Met halsbrekende toeren en langzamer dan stapvoets zakten wij de enorme berg af.

Hoe lager wij kwamen hoe heftiger de rivieren werden. Van alle inspanning bleek achteraf dat wij geen foto meer gemaak  hebben hiervan. Halverwege de verschrikkelijke afdaling troffen wij twee Italiaanse jongens op een fiets. Zij wilden omhoog en wij naar beneden. Wij vertelden onze nare ervaring maar zij vertelden on ook HUN nare ervaring. Er stonden ons nog veel grotere rivieren te wachten waar je amper door kon.

Dat voelde Goed!!!. Na elkaar succes te hebben gewenst gingen wij voor het laatste deel. De Italianen hadden niet gelogen. Wat een water komt er hier uit die bergen. Maar ja "opgeven is geen optie". Door, door, door.

Behoorlijk vermoeid, maar heel, kwamen wij beneden de eerste boerderij tegen. De bewoonde wereld. Vanaf hier werd het gelukkig weer wat beter. Nog 10 kilometer grind en dan Asfalt. Nog nooit zo blij met dat zwarte spul geweest. 

19.15 uur, na een lange dag, kwamen wij ongedeerd (wonder) aan in het hotel. Nu dus heerlijk aan het diner met een welverdiend drankje.

Totaal 272 kilometer gereden. Morgen de laatste route (asfalt) op IJsland naar Seysjefordur (havenstad) waar wij donderdag ochtend de boot gaan nemen naar Faröer eilanden.

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Ma:
    12 augustus 2015
    Dat zijn barre tochten. Worden het nog een keer betere wegen. Groetjes en kom yeelhuids thuis
  2. Karin Antonisse:
    12 augustus 2015
    Tjonge wat een rit! Ik kan me zo voorstellen dat er niet elke 30 km een tankstation is. Hoe red je je daarmee? Reserve tankje mee, of gewoon bij elke tank vol gooien?